Zoervleisj/zuurvlees
1 kilo runderpoulet
2 uien
0,25 ontbijtkoek
3 eetlepels stroop
1 kopje azijn
8 llaurierblaadjes
5 kruidnagels
2 theelepels bruine basterdsuiker
zout & peper
Bestrooi het vlees met zout en gemalen peper.
Snij de twee uien in ringen.
Doe in een ruime kom de azijn en suiker.
Voeg de gesneden uien, blaadjes laurier en kruidnagels toe.
Schep de stukken rundvlees door de marinade.
Het vlees afdekken en 24 uur in koelkast laten marineren.
Bereiding:
Vlees en uien uit de marinade scheppen en droogdeppen met keukenpapier.
In een braadpan boter verhitten en het vlees, samen met de uien aanbakken.
De stroop en de helft van de marinade aan het vlees toevoegen.
Het geheel ongeveer drie uur zachtjes laten stoven in de afgedekte pan.
Het gerecht is klaar wanneer het vlees bijna uit elkaar valt.
Verkruimel de ontbijtkoek boven de pan en laat hierdoor de saus binden.
Naar eigen smaak nog wat peper en zout toevoegen.
Nonnevotte
Limburgse Nonnevotten
125 ml melk
10 g gedroogde gist
500 g bloem
1 tl zout
75 g witte basterdsuiker
175 g zachte boter
2 eieren
Extra nodig
bloem om te bestuiven
suiker om te bestrooien
olie om te frituren
Verwarm de melk tot hij lauw is en los de gist erin op. Maak een kuiltje in de bloem. Strooi het zout over de rand van de bloem. Meng in het kuiltje de melk en gist met basterdsuiker, boter en eieren en kneed beetje bij beetje de bloem erdoor tot een soepel deeg. Laat het deeg afgedekt een uur rijzen. Kneed het deeg door en rol het uit op een met bloem bestoven aanrecht. Snijd stroken van het deeg en maak in iedere streng een losse knoop. Laat de knopen afgedekt met plasticfolie circa 30 minuten rijzen. Verwarm de frituur voor op 170 °C. Frituur de nonnevotten om en om goudbruin en wentel ze door de suiker.
Proemevlaai/pruimenvlaai
Deeg:
200 gram bloem
snufje zout
20 gram verse gist
15 gram boter
2 eetlepels olijfolie
1 deciliter melk
2 eetlepels (basterd)suiker
1 eidooier
Vulling:
1 kg kwetsen (pruimensoort geschikt voor bakken)
30 g suiker
Deeg maken:
Maak de melk lauw (niet heet!) en los de gist erin op
Doe het zout onderin een grote kom en zeef de bloem erboven
Maak een kuiltje in de bloem en voeg boter, olie, suiker en het ei erbij
Schenk het gist/melk-mengsel erbij
Kneed het geheel tot een glad, soepel en luchtig deeg met de hand of met behulp van een keukenmachine / mixer met deeghaken
Kneed het deeg dan nog even goed door met de hand op een met bloem bestoven werkblad. Plakt het erg aan de handen, voeg dan nog wat bloem toe. Is het te stijf, giet er dan een scheutje melk bij
Zet het deeg ongeveer een half uur op een warme plaats om te rijzen, afgedekt met een vochtige doek
Vorm vullen:
Was de kwetsen en snijd ze in vieren
Kneed het deeg na het rijzen opnieuw door
Rol het deeg uit tot een ronde lap waarmee de hele vlaaivorm bedekt kan worden (ongeveer 32 centimeter)
Bekleed de ingevette vorm met het deeg. Verwijder het deeg dat over de bodem uitsteekt door er met de deegroller overheen te rollen
Prik het deeg hier en daar in met een vork
Verdeel de kwetsen over de bodem: dakpansgewijs, in cirkels
Verse pruimenvlaai bakken:
Bak de vlaai in het midden van een voorverwarmde oven
Ovenstand: Elektrisch 230° - Hetelucht 190° - Gasoven stand 5-6
Baktijd: 25 minuten
Zet een schaaltje water in de oven om te voorkomen dat de korst uitdroogt
Kijk na 20 minuten en draai de vlaai als de ene kant bruiner is dan de andere
De vlaai is gaar als de vulling en het deeg bruin zijn en het deeg loslaat van de vorm
Haal de vlaai direct uit de oven en uit de vorm en laat afkoelen op een rooster
Strooi na iets afkoelen de suiker over de pruimen
Unnesop/uiensoep
500 gram rode uien
500 gram gewone uien
een scheut goede biologische olijfolie
30 gram roomboter
3 teentjes knoflook
1 laurierblaadje
30 gram gerookte spekblokjes
100 ml witte wijn
30 gram bloem
1,5 liter runderbouillon
versgemalen zeezout en zwarte peper
1 stokbrood
30 gram geraspte oude kaas
Laat roomboter en olijfolie warm worden in een grote pan.
Snij alle uien in dunne ringen en de teentjes knoflook in kleine schijfjes.
Doe dit samen met het laurierblaadje, spekjes in de pan
en laat op een zacht vuur een half uur smoren.
Voeg de witte wijn toe en laat voor de helft inkoken.
Roer de bloem er beetje bij beetje door en giet dan de bouillon erbij.
Laat nu een half uur zachte doorkoken. Snij ondertussen het stokbrood in schijven en smeer beide kanten in met olijfolie.
Zet het brood kort onder de grill totdat het mooi bruin is. Keer ze nu om, strooi de kaas erover heen en zet ze nog even onder de grill zodat de kaas een mooi korstje kan krijgen.
Serveer de soep (peper en zout naar smaak) met de kaasbroodjes.
Kauwsjotel/ koude schotel
500 gram soepvlees
1 kilo vastkokende aardappelen
1 flinke ui
1 grote pot (of blik) erwten/wortelen
1 potje zilveruitjes
1 klein potje augurkjes
1 fris zure appel
400 ml mayonaise
3 eetlepels azijn
3 bouillonblokjes
zwarte peper
Snijd het soepvlees in een aantal stukken en kook het in 1 liter water en 2 bouillonblokjes helemaal gaar. Het moet echt in draadjes uit elkaar vallen. Vis het vlees uit de bouillon en laat helemaal af koelen. Schil ondertussen je aardappelen en snijd ze in stukken. Kook deze vervolgens gaar in de bouillon. Giet de aardappelen af en laat ze goed uit stomen.
Snijd de aardappelen als ze afgekoeld zijn in stukjes van ongeveer 1 cm. Snipper de ui fijn, snijd de augurk en appel in blokjes, de wortelen in plakjes en snijd het vlees fijn. Schep vervolgens alles om met de mayonaise, de azijn, 1 verkruimeld bouillonblokje en peper naar smaak.
Laat alle smaken van de Limburgse koude schotel een paar uur in trekken. Liefst een hele nacht. Proef dan en voeg eventueel nog wat zout en peper toe en, als je de koude schotel te droog vind eventueel nog een lepel mayonaise en een scheutje azijn. Maak de Limburgse koude schotel op met augurkjes, uitjes, rauwkost, een eitje.
Tae-de-voo/tete-de-veau
400g kalfspoulet
2 bouillonblokjes
diverse kruiden zoals peterselie, foeli, tijm en kruidnagel.
½ prei,
1 middelgrote ui
½ wortel
100g kalfsgehakt
paneermeel
100g champignons
citroensap
50g boter
70g bloem
½ ltr.bouillon
blikje tomatenpuree
scheutje madeira en worcestersaus
zout en peper
scheutje koffiemelk
Voor de garnering:
1hard gekookt ei
paar augurkjes
kleine zure uitjes.
voorbereiding:
Zet de kalfspoulet op met koud water en de bouillonblokjes.Voeg er de kruiden en de kruidnagel aan toe en doe er wat plakjes wortel,een stukje prei en ui bij.Breng aan de kook en laat ca.20 min. zachtjes koken.
Bereidingswijze:
Maak het gehakt aan met paneermeel en zout en draai er kleine balletjes van. Laat de gehaktballetjes de laatste 10 min.met de kalfspoulet meekoken. Maak intussen de champignons schoon en smoor ze in ca.10min.gaar in een pannetje met wat boter,citroensap,een scheutje water en zout.Maak de roux: smoor in wat boter een stukje ui en doe de bloem erbij. Laat de boter en bloem langzaam gaar en bruin worden en voeg er scheutje voor scheutje de bouillon aan toe tot de gewenste dikte en breng al roerende aan de kook. Zeef de saus en maak op smaak met tomatenpuree, een scheutje madeira, een paar druppeltjes worcestersaus, zout en peper. Doe er de kalfspoulet bij, de gehaktballetjes en de champignons, voeg er een scheutje koffiemelk aan toe en warm nog even goed door.